Lakennijverheid
Laken is een wollen stof die eerst wordt geweven en vervolgens wordt vervilt. De uit Engeland afkomstige ruwe lakens werden in en rondom de Blauwehandstraat gevold, geschoren en geverfd. Begrippen als Caerde (wolkam) en Scheerdis (werktafel voor droogscheren) zijn afkomstig uit de middeleeuwse lakenindustrie. De namen Kleine Caerde en Grote Caerde zijn daar aan ontleend. Zo wordt De Kleine Caerde al in 1399 vermeld, het huis wordt dan De Scheerdis genoemd. Dat bouwwerk is samen met de Grote Caerde in 1444 totaal verbrand. Wat we nu zien is dus van na die tijd, hoogstens zal er nog ergens wat fundament gebruikt zijn. Van de herbouw zo rond 1450 zijn wel nog zaken over zoals de scheidingsmuur en wat stukken balk. In de Scheerdis heeft Jan Hendrikxs gewoond; hij kocht het huis in 1504. Hij was droogscheerder van beroep. Droogscheren was het gladmaken van lakense stof; daarvoor legde je de stof op een tafel: de scheerdis. De kelders waar deze Jan in liep, de zijmuren waar hij naar keek, waar hij misschien zijn geschoren laken aan ophing, zijn nu nog aanwezig.
Engels
De toevoeging Engels moeten we zoeken in de Engelsestraat hier om de hoek. Zo rond 1500 bezochten Engelse handelaren voor onder andere de verkoop van ruwe lakens en de inkoop van ‘afgewerkte’ lakens de jaarmarkten in Bergen op Zoom. Het stadsbestuur verplichtte de bewoners van de straat tijdens de jaarmarkten ruimte aan de straat aan de Engelse kooplui te verhuren.
De Grote Engelse Caerde met zijn lange zijgevel zal vast ook Engelsen in huis gehad hebben.